• weg·ra·king
enkelvoud meervoud
naamwoord wegraking wegrakingen
verkleinwoord

de wegrakingv

  1. (medisch) kortdurende bewusteloosheid door een kortdurende verminderde bloedtoevoer naar de hersenen
     Meeder, zelf cardioloog in het VieCuri MC te Venlo, wijst er op dat het risico van thuisblijven in bepaalde gevallen vele malen groter is dan een coronabesmetting. ,,Heb je acute hartklachten - pijn op de borst, plotselinge benauwdheid of wegrakingen - ga dan meteen naar het ziekenhuis.” De eerste twee uur zijn namelijk essentieel. ,,Als iemand snel op de dottertafel ligt, kan ontzettend veel schade worden voorkomen.” Hij wijst er op dat ziekenhuizen coronapatiënten strikt scheiden van ‘normale’ patiënten.[1]
  2. de keer dat iets verdwijnt of kwijtraakt
  1.   Weblink bron
    David Bremmer
    “Cardiologen slaan alarm: hartpatiënten mijden ziekenhuis uit angst voor corona” (03-04-2020,), Tubantia