• weg·pro·mo·ve·ren

wegpromoveren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegpromoveren
promoveerde weg
weggepromoveerd
zwak -d volledig
  1. iemand uit een functie ontslaan door hem een hogere functie te geven
    • Verder suggereerden de Amerikanen dat Angela Merkel verantwoordelijk was voor het wegpromoveren van Oettinger naar Brussel. De diplomaten noemen de Eurocommissaris een 'lame duck', die vanuit Brussel de bondskanselier zeker niet zal overvleugelen. [2] 
    • Hoost wijst ook op de recente benoeming van Cynthia Valstein-Montnor, voorzitter van de krijgsraad, tot waarnemend president van het Surinaamse hof van justitie. Een klassiek voorbeeld van iemand wegpromoveren, concludeert Hoost. Valstein was tot nog toe de drijvende kracht achter het proces. Nu zal ze haar tijd over veel meer verantwoordelijkheden moeten verdelen. [3]