wegedoren
- we·ge·do·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegedoren | wegedorens |
verkleinwoord | - | - |
de wegedoren m
- (plantkunde) Rhamnus cathartica vrij zeldzame heesterachtige struik uit de wegedoornfamilie, die in bossen en in struikgewas voorkomt
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord wegedoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegedoren" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be