• weers·ver·an·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord weersverandering weersveranderingen
verkleinwoord

de weersveranderingv

  1. (meteorologie) verandering in de weersomstandigheden
    • Er is een weersverandering op komst. 
     De weersverandering was van ver op zee te zien. Er verspreidde zich een donkere veeg aan de horizon, die breder en donkerder werd naarmate hij het land naderde, en die een kille wind voor zich uit stuwde.[2]