weerlegbaar
- Geluid: weerlegbaar (hulp, bestand)
- weer·leg·baar
- Naamwoord van handeling van weerleggen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weerlegbaar | weerlegbaarder | weerlegbaarst |
verbogen | weerlegbare | weerlegbaardere | weerlegbaarste |
partitief | weerlegbaars | weerlegbaarders | - |
weerlegbaar
- weerlegd kunnende worden
- Het woord weerlegbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.