weddeverhoging
- wed·de·ver·ho·ging
- samenstelling van wedde zn en verhoging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weddeverhoging | weddeverhogingen |
verkleinwoord |
de weddeverhoging v
- (economie) verhoging van het loon van militairen (in Nederland) of, ambtenaren en leraren (in België)
- ▸ De vakbonden vragen al langer om meer geld voor de federale politie en voor de 196 lokale politiezones in België. De middelen zijn volgens de vakbonden onvoldoende om het personeel dit jaar hun wedde en vergoedingen te betalen. 'We vragen een lineaire weddeverhoging, een verhoging van het vakantiegeld en een aangepast pensioen.[1]
- ▸ COSATU riep tot de staking omdat er geen nieuw loonakkoord met de overheid uit de bus kwam. De werknemers willen 8,6 procent meer loon, bij een inflatie van 4,2 procent. De overheid biedt een weddeverhoging van 7 procent aan.[2]
- Het woord weddeverhoging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron kld“Politievakbonden dreigen met acties” (30/04/2008), De Standaard
- ↑ Weblink bron hrt“Zuid-Afrikaanse overheidssector staakt” (10/08/2010), De Standaard