Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • web·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord webwinkel webwinkels
verkleinwoord webwinkeltje webwinkeltjes

Zelfstandig naamwoord

de webwinkelm

  1. winkel waar men via het web (internet) producten of diensten kan kopen
    • Ruim de helft van alle Nederlandse webwinkels houdt zich niet aan de wettelijke regels die gelden voor het retour sturen van een aankoop. [1] 
     Webwinkels zijn het beu dat een deel van de klanten kleding en andere spullen gebruikt om het vervolgens retour te sturen. Ze starten samen met brancheorganisatie Thuiswinkel.org een proef met labels die aan producten worden bevestigd. Alleen als het label nog aan het product zit, mag het binnen 14 dagen worden teruggestuurd en kunnen klanten het volledige bedrag terugkrijgen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. www.nu.nl
  2.   Weblink bron “Geen modder aan broek meer, alleen met label mag product worden teruggestuurd” (6 april 2022), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be