Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • was·sa·lon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wassalon wassalons
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wassalonm

  1. ruimte met wasautomaten waar klanten tegen betaling hun textiel kunnen schoonmaken of laten schoonmaken
    • Maar ook nu nog komen veel politici naar de wassalon voor het in de regeringsstad Washington zo belangrijke vlekkeloze uiterlijk.  [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen