Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wants·sluip·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wantssluipvlieg wantssluipvliegen
verkleinwoord wantssluipvliegje wantssluipvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de wantssluipvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Phasia hemiptera   een vlieg uit de familie van de sluipvliegen (Tachinidae). In tegenstelling tot de meeste soorten in de familie parasiteren hun larven niet op insectenlarven zoals rupsen, maar op volwassen insecten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie