wankelmoedig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan·kel·moe·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wankelmoedig | wankelmoediger | wankelmoedigst |
verbogen | wankelmoedige | wankelmoedigere | wankelmoedigste |
partitief | wankelmoedigs | wankelmoedigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wankelmoedig
- besluiteloos bij gebrek aan zelfvertrouwen
- Zijn wankelmoedige houding zette een vraagteken achter zijn leiderschap.
Gangbaarheid
- Het woord wankelmoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wankelmoedig" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be