wanhoopsgebaar
- wan·hoops·ge·baar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanhoopsgebaar | wanhoopsgebaren |
verkleinwoord | wanhoopsgebaartje | wanhoopsgebaartjes |
het wanhoopsgebaar o
- een lichaamsbeweging die angst en vrees uitdrukt
- ▸ De koerier antwoordde met een wanhoopsgebaar op de vragen die hem gesteld werden en liep het vertrek door.[2]
- (figuurlijk) actie die men onderneemt uit machteloosheid
- ▸ Volgens Colijn handelt Kim Jong-un in eerste plaats uit boosheid. "Er zijn net sancties tegen hem afgekondigd. Dan reageert Noord-Korea altijd met militaire tegenmaatregelen. Het is ook een beetje een wanhoopsgebaar, want Noord-Korea kan niet terugslaan met economische sancties, zoals bijvoorbeeld Rusland dat heeft gedaan."[3]
- ▸ De Franse filosoof Pierre Manent stuurde de waarde- en normendiscussie al tijdens de openingsconferentie naar de prullenmand. Het debat is een „wanhoopsgebaar”, aldus de filosoof. Er valt volgens hem niet zo veel moois meer te zeggen over de EU, waar niets meer over is van de geestdrift die de oprichters nog hadden.[4]
- Het woord wanhoopsgebaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Noord-Korea zet de kernwapens op scherp” (04-03-2016), NOS
- ↑ Weblink bron Kees de Groot“Premier gaf EU-voorzitterschap extra inhoud” (30 december 2004), Reformatorisch Dagblad