Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·kei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurkei vuurkeien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vuurkeim

  1. m: een steen gebruikt om vonken voort te brengen
    • Ja, zij wisten dat het eene vuurkei was (of vuurka, mv. vuurkaren, zooals ze te Alsemberg zeggen), dienende vroeger, toen de fosforkens nog niet waren uitgevonden, om er vuur uit te ketsen in de geweerpan en bij den huiselijken heerd. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1902 Eene neolithische standplaats te Alsemberg ontdekt in 1901.
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be