(pejoratief) iemand die zichzelf of zijn omgeving smerig maakt of onvoldoende schoon houdt
▸De Dordogne, die elke zomer lange files Nederlanders op luchtbedden en in veelkleurige zwembanden stroomafwaarts voert, is brandschoon. Maar wie zijn vertier zoekt op de Ardèche, kan er vergif op innemen dat hij/zij als een vuilpoes thuiskomt.[2]
(pejoratief) iemand met een onsmakelijke belangstelling voor seks
▸"(…) En vergeet u alstublieft Van Elslo's antecendenten niet. O ja, als u perversie een kleinigheid vindt, behoeven we niet langer te praten.(…)" (…) "Ze lijken wel gek", zei de groepscommandant "Eerst komt mr. Verdoest me aan mijn hoofd zeuren, of zijn schoonzuster die vuilpoes niet eens zien en spreken kan. (…)"[3]