Nederlands

 
1. vrouwenkont
Uitspraak
Woordafbreking
  • vrou·wen·kont
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwenkont vrouwenkonten
verkleinwoord vrouwenkontje vrouwenkontjes

Zelfstandig naamwoord

de vrouwenkontv / m

  1. (vulgair) achterste met de brede, zachte billen die kenmerkend zijn voor het lichaam van een vrouw
    • Je hebt je als museumbezoeker nog niet geërgerd afgewend van Koois Harige (wees jezelf!) Vrouw, of daar lokt met een onweerstaanbare aantrekkingskracht een in een kussenachtige ruimte geïsoleerde vrouwenkont: knalroze en kneedbaarder dan je ooit een kont getekend hebt gezien. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen