vrijschop
- vrij·schop
- samenstelling van vrij bn en schop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijschop | vrijschoppen |
verkleinwoord |
de vrijschop m
- (voetbal) vrije schop bij voetballen
- „Het slot was ongelooflijk:, tekende Sporza op uit de mond van Courtois. „Ik maakte op het einde nog een save op die vrijschop van Honda. Ik hoorde zeggen dat die bal niet zwabbert, maar die zwabbert wel. Ik kon er maar net bij.” [1]
- Alle diepe ballen op Hazard waren waardeloos, maar Otamendi kopte wel nog een ongevaarlijke vrijschop nipt naast zijn eigen doel. [2]
- Het woord vrijschop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijschop" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ De Telegraaf 03 jul. 2018 ’Ik zag De Bruyne lopen en dacht: ’Ik moet die bal geven’’
- ↑ De Standaard 24/02/2019 om 20:18 door David Van den Broeck in Londen Kevin De Bruyne en Vincent Kompany winnen de League Cup met Manchester City, maar doelman Chelsea eist de hoofdrol op met geweigerde wissel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be