vriendschappelijk
- vriend·schap·pe·lijk
- Afgeleid van vriendschap met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
vriendschappelijk
- in het kader van de vriendschap, niet competitief
- Er werd een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld.
- ▸ En daardoor waren de voorwaarden voor een normale en vriendschappelijke relatie tussen de Noren en de Duitsers zo goed als vernietigd. Koning Haakon en de kroonprins, zijn oude zeilvriend Olav, zaten nu samen met de gevluchte Noorse regering in Londen.[1]
1. in het kader van de vriendschap, niet competitief
- Het woord vriendschappelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vriendschappelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be