vriendschappelijke

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vriend·schap·pe·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

vriendschappelijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vriendschappelijk
     En daardoor waren de voorwaarden voor een normale en vriendschappelijke relatie tussen de Noren en de Duitsers zo goed als vernietigd. Koning Haakon en de kroonprins, zijn oude zeilvriend Olav, zaten nu samen met de gevluchte Noorse regering in Londen.[1]
     De bond heeft een lid van een Rotterdamse voetbalclub het bondslidmaatschap afgenomen. De man had tijdens een vriendschappelijke wedstrijd waar hij toeschouwer was, een assistent-scheidsrechter geslagen.[2]


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Weblink bron “Eerste amateurvoetballers harder gestraft” (Vrijdag 2 september 2011, 18:54), NOS