Nederlands

 
voorzittershamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·zit·ters·ha·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorzittershamer voorzittershamers
verkleinwoord voorzittershamertje voorzittershamertjes

Zelfstandig naamwoord

de voorzittershamerm

  1. houtenhamer waar een voorzitter op een tafel kan tikken bij het begin en einde van een vergadering of om de aandacht te trekken als er een ordeverstoring is
     'Goed, dan beginnen we de zitting,'verklaarde de raadsman en gaf dat aan met een lichte klap van de voorzittershamer op de tafel.[2]
  2. (figuurlijk) waardigheidsteken van het voorzitterschap
     Eind 2018 nam Kramp-Karrenbauer na achttien jaar de voorzittershamer van de partij over van Merkel. Vorig jaar zomer volgde ze bovendien Ursula von der Leyen op als minister van Defensie. Die aanstelling kwam als verrassing: ze had gezegd geen positie in het kabinet te ambiëren omdat ze zich wilde richten op het partijvoorzitterschap.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044640496
  3.   Weblink bron “Beoogd opvolger van Merkel stelt zich niet kandidaat voor bondskanselierschap” (Maandag 10 februari 2020), NOS