vooruitspringen
- voor·uit·sprin·gen
- samenstelling van vooruit en springen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooruitspringen |
sprong vooruit |
vooruitgesprongen |
klasse 3 | volledig |
- onovergankelijk naar voren steken, een uitsteeksel vormen
1.
- Het woord vooruitspringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.