vooruitsnellen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vooruitsnellen (hulp, bestand)
- IPA: / vorˈœytsnɛlə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- voor·uit·snel·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vooruitsnellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooruitsnellen |
snelde vooruit |
vooruitgesneld |
zwak -d | volledig |
- ergatief met grote vaart voorwaarts bewegen
- ergatief (figuurlijk) in korte tijd een heel gunstige ontwikkeling doormaken
Gangbaarheid
- Het woord vooruitsnellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.