• voort·jak·ke·ren

voortjakkeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voortjakkeren
jakkerde voort
voortgejakkerd
zwak -d volledig
  1. met grote snelheid voortbewegen; met grote haast voortbewegen
    • Hij zegt dat hij tijdens het voortjakkeren bij de wegversmalling vreesde de vangrail te zullen raken. ,,Als dat was gebeurd, dan had ik hier niet meer gezeten.” Om de botsing te vermijden besloot hij rechts in te voegen. Met 237 kilometer per uur en zonder te remmen. [1] 
    • Voor het eerst zal de trein van het type ICE (Inter City Express) met een snelheid van 300 kilometer per uur voortjakkeren, voornamelijk pal langs de autosnelweg nummer drie tussen Frankfurt en Keulen. [2] 


  1. De Telegraaf SASKIA BELLEMAN 30 aug. 2016 Psychose met 237 kilometer per uur
  2. Reformatorisch Dagblad DPA 26-07-2002 Nieuwe verbinding Frankfurt-Keulen