voorlopen
- voor·lo·pen
- samenstelling van voor en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorlopen |
liep voor |
voorgelopen |
klasse 7 | volledig |
voorlopen
- voorop lopen
- Bij een begrafenis is het traditie dat de uitvaartleider de stoet voorloopt.
- Door telkens te vernieuwen kan een bedrijf blijven voorlopen op concurrenten.
- te snel lopen (van een uurwerk)
- Mijn horloge loopt voor.
- Het woord voorlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorlopen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be