• voor·drin·ken

voordrinken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voordrinken
dronk voor
voorgedronken
klasse 3 volledig
  1. overgankelijk alvast een flinke hoeveelheid alcohol nuttigen, zodat men later minder hoeft te drinken om dronken te worden en dus goedkoper uit is