voorbijflitsen
- voor·bij·flit·sen
- samenstelling van voorbij bw en flitsen ww
voorbijflitsen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijflitsen |
flitste voorbij |
voorbijgeflitst |
zwak -t | volledig |
- passeren, inhalen met een groot snelheidsverschil; bliksemsnel passeren
- Ze is de trots van het Twentse lopersvolk. Dat ziet Rachel Klamer, bijna zestien nog maar, als een schicht voorbijflitsen op de vijf kilometer. Winnares afgelopen zaterdag in Wierden en afgetekend winnares van het klassement dat met de Wiezo- loop werd afgesloten. [2]
- De komende dagen worden er ongetwijfeld nog tal van gesprekken gevoerd en zullen er de nodige mutaties voorbijflitsen. „HSC is, door de successen uit het verleden, in de regio nog steeds een aansprekende club. [3]
- Cavendish werd in Tours goed afgezet door zijn ploeggenoten Gert Steegmans en Matteo Trentin, maar zag vlak voor de streep Kittel voorbijflitsen. 'Je kan er van alles over zeggen, maar als iemand anders simpelweg sneller is, dan ben je snel uitgepraat. [4]
- Het woord voorbijflitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorbijflitsen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 25-09-06 Genieten van snelheid
- ↑ Tubantia Robin Campmans 10-06-11 Nog een paar dagen om te ‘winkelen’
- ↑ Tubantia 11-07-13, Mark Cavendish looft 'nieuwe superster'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be