voorbijrennen
- voor·bij·ren·nen
- samenstelling van voorbij bw en rennen ww
voorbijrennen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijrennen |
rende voorbij |
voorbijgerend |
zwak -d | volledig |
- met grote snelheid te voet ergens langs gaan
- ▸ Zoals dat van een serveerster van het restaurant op 50 meter van de belaagde synagoge. "We hoorden schoten en ik zag buiten mensen voorbijrennen. Er was eigenlijk meteen politie. We moesten met al het personeel tot vier uur 's ochtends binnen blijven. Wat een verdrietige toestand allemaal", verzucht ze.[2]
- Het woord voorbijrennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“'Wat een verdrietige toestand allemaal'” (Maandag 16 februari 2015, 13:47), NOS