Blauwlederen voorbank van een Bentley (bouwjaar 1950)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorbank voorbanken
verkleinwoord voorbankje voorbankjes

Zelfstandig naamwoord

voorbank v/m [2]

  1. voorste bank van een serie banken
  2. bank aan de voorkant van een auto waarop zowel de bestuurder als een passagier kunnen zitten
    • Op de achterbank zit een volwassen golden retriever en op de voorbank een pup van vier maanden. De pup reageert nergens meer op en is helemaal van de wereld. [3] 
    • De gelegenheidsdief maakte gebruik van een kort moment van onoplettendheid van de twee bewakers van het waardetransport. Terwijl de een op West 48 Street, in de New Yorkse 'Juwelenbuurt', een vrachtje ophaalde, liep de ander om de auto heen om op de voorbank plaats te nemen. De dader had aan 20 seconden genoeg om via de openstaande laadklep zijn slag te slaan. [4] 
    • De eerste echt Turkse auto was de Anadol A1. Deze rolde in december 1966 in Istanbul van de band. Hij had een 1200 cc-motor, typerende ronde koplampen en woog iets meer dan 800 kilo. In 1970 kwam de Anadol A2 op de markt. Deze had vier deuren en een brede voorbank, waar zowel de bestuurder als de passagier op konden zitten. [5] 
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[6]


Verwijzingen