• volks·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord volksgevoel
verkleinwoord

het volksgevoelo

  1. de mening van een grote groep mensen
     Sinds de vijand Smolensk was binnengevallen had Rastoptsjin zichzelf in gedachten gezien in de rol van leider van het volksgevoel - leider van het hart van Rusland.[2]
     Maar Israël wist wel wat het had aan die dictators, in die zin waren het betrouwbare vijanden. Nu ze weg zijn, krijgt het volksgevoel een stem. En dat volksgevoel is overwegend anti-Israël.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Netanyahu hoopt op steun Nederland” (18-01-2012), NOS