Nederlands

 
voetschimmel
Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·schim·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetschimmel voetschimmels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voetschimmelm

  1. (medisch) schimmelinfectie van de huid tussen de tenen
     een halve apotheek uitgestald op de bevuilde wastafel, om bij voetschimmel en anale jeuk, haaruitval, emfyseem en bronchitis meteen het juiste middel te kunnen grijpen[1]
     Volgens het CVZ moeten ouderen zelf betalen voor de behandeling van kwalen die een logisch gevolg van veroudering zijn. In het regeerakkoord staat dat veel voorkomende zaken als voetschimmel en een blaasontsteking niet meer in het basispakket worden vergoed.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “CVZ: maak zorg voor ouderen duurder” (06-01-2012), NOS