vlossen
Niet te verwarren met: flossen |
- vlos·sen
- afleidingvan vloszij
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vlossen | ||
verbogen |
vlossen
- gemaakt van ruwe zijde; gemaakt van vloszij
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlossen |
vloste |
gevlost |
zwak -t | volledig |
vlossen [1]
- opruwen van weefsel, rafelen, pluizen
- ▸ In Moeskroen baat de textielgroep sedert juli 1996 twee ondernemingen uit, Decowaeve en Diamond Print. Er zijn 277 mensen tewerkgesteld, arbeiders en bedienden. Beide bedrijven zijn gespecialiseerd in het vlossen van weefsels. In Waregem zijn 183 mensen werkzaam bij Desfil en DVW.[2]
- Het woord vlossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlossen" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Faillissement van textielgroep DVW kost 460 jobs” (09/08/2000), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be