vlinderstruik
- (IPA in voorbereiding)
- vlin·der·struik
- samenstelling van vlinder en struik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlinderstruik | vlinderstruiken |
verkleinwoord | vlinderstruikje | vlinderstruikjes |
de vlinderstruik m
- (bloemplanten) Buddleja davidii een plant uit de helmkruidfamilie. In Europa is de soort vooral als tuinplant in gebruik, maar de plant komt ook verwilderd voor. De struik kan enige maar geen zeer strenge vorst verdragen, bij circa -15 °C kan de plant sterven
- Het woord vlinderstruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] vlinderstruik in het Nederlands Soortenregister N
- [1] vlinderstruik op Wikidata
- [1] vlinderstruik op "Wilde planten in Nederland en België" ♣