vliegtuigbrandstof

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·tuig·brand·stof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegtuigbrandstof vliegtuigbrandstoffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vliegtuigbrandstofv / m

  1. een brandstof die men kan gebruiken in vliegtuigmotoren
     Het Russische mijnbedrijf Nornickel zegt dat uit een pijplijn 44,5 ton vliegtuigbrandstof is gelekt. De vestiging van het dochterbedrijf Norilsktransgaz ligt in het kwetsbare Russische Noordpoolgebied.[1]
     De afspraak om geen belasting te heffen op vliegtuigbrandstof stamt uit 1944. De afspraken uit het luchtvaartverdrag zijn door de klimaatverandering totaal verouderd, vindt het kabinet. De luchtvaart is inmiddels goed voor 2,5 procent van de CO2-uitstoot, en dat wordt alleen maar meer.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Russisch bedrijf lekt opnieuw brandstof in het Noordpoolgebied” (Zondag 12 juli 2020, 16:37), NOS
  2.   Weblink bron “Kabinet: ook accijns op kerosine heffen” (Woensdag 19 juni 2019, 17:56), NOS