vliegenraam
  • vlie·gen·raam
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegenraam vliegenramen
verkleinwoord

het vliegenraamo

  1. een stuk gaas dat voor een raam of deur kan worden geplaatst om insecten en spinnen buiten te houden, maar wel lucht vrij in of uit te laten stromen
    • Er komt iemand achterom die je meetroont naar de keuken. Via het vliegenraam kom je in een donker koel huis, waar iedereen beschutting zoekt tegen de warmte. Glazen worden bovengehaald, bier uitgeschonken en het gesprek kan beginnen.[2] 
    • Een getuige die op weg was naar zijn wagen hoorde een luide plof. Toen hij omkeek, zag hij het kind liggen. Niet ver van waar het gevallen was lag een vliegenraam, aldus Het Laatste Nieuws. Het kind viel uit een raam op de zesde verdieping van het gebouw.[3] 
76 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Guido Everaert 7 augustus 2013,
  3. de Standaard 10/november/2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be