vlekken
- vlek·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlekken |
vlekte |
gevlekt |
zwak -t | volledig |
vlekken [2]
- onovergankelijk vlekken geven
- onovergankelijk vlekken krijgen
- (een boom) ontschorsen [3]
- vlekkeloos, vlekkenmiddel, vlekkentest, vlekkenwater, vlekkenziekte, vlekkerig, vlekkig, vlekkoorts, vlektyfus, vlekvrij, vlekziekte
de vlekken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vlek
- Het woord vlekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlekken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |