Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • vlees·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleesvliegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vleesvliegenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vleesvlieg
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) vliegen met vertegenwoordigers die behoren tot de families Calliphoridae en Sarcophagidae en waartoe vaak verschillende bromvliegen, dambordvliegen gerekend worden
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie