Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ool·mu·ziek
enkelvoud meervoud
naamwoord vioolmuziek
verkleinwoord vioolmuziekje vioolmuziekjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de vioolmuziekv

  1. (muziek) muziek gemaakt met een viool
     De vioolmuziek werd steeds intenser naarmate de wedijverende muzikanten hun vaardigheden toonden en af en toe overstemd werden door de doedelzakken.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers  , ISBN 9789044974515