vinkenslag
- Geluid: vinkenslag (hulp, bestand)
- vin·ken·slag
- samenstelling van vink en slag met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vinkenslag | vinkenslagen |
verkleinwoord | vinkenslagje | vinkenslagjes |
de vinkenslag m
- het slaan, de zang van een vink
- net om vinken te vangen
- [2] Op vinkenslag zitten.
- Zeer alert wachten om iets te kunnen doen of zeggen, op het punt staan tot actie over te gaan
- (Vlaamse variant van "op het vinkentouw zitten")
- Zeer alert wachten om iets te kunnen doen of zeggen, op het punt staan tot actie over te gaan
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord vinkenslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.