Oranje gestipte vijlvis
  • (IPA in voorbereiding)
  • vijl·vis·sen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijlvissen
verkleinwoord

de vijlvissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vijlvis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Monacanthidae   binnen de orde van kogelvisachtigen (Tetraodontiformes  ). De vissen hebben een bladachtig, plat lichaam en een ruwe huid. Zij hebben relatief kleine borstvinnen en afgestompte waaiervormige staartvinnen. Op de kop dragen zijn een spitse terugklapbare vin. De tweede rugvin is kort en dient voornamelijk om de lange eerste rugvin vast te zetten als deze rechtop staat. Dit verklaart de naam Monacanthidae, die is afgeleid van het Oudgrieks: μόνος, monos ('enkel') en ἄκανθα, akantha ('stekel'). Zij komen in alle tropisch zeeën voor en houden zich vaak tussen planten op, waarvan zij moeilijk zijn te onderscheiden. Zij kunnen ook hun kleur aan de omgeving aanpassen. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit koraalpoliepen