Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen vierhonderdjarig
verbogen vierhonderdjarige
partitief vierhonderdjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

vierhonderdjarig

  1. 400 jaren durend
    • Gedurende dit vierhonderdjarig tijdperk bleef het land een republiek. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid