Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vibe
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vibe vibes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vibem

  1. (goede) sfeer
     Rond een beursgang is het belangrijk dat de vibe goed is, zegt Van Zeijl. "Beleggers krijgen dan het gevoel dat ze over elkaar heen buitelen om die aandelen te bemachtigen. Dat was hier precies omgekeerd. Dan vragen beleggers zich af of ze wel moeten kopen."[2]
     "We hoeven ons geen zorgen meer te maken: hij is in goede handen, veilig. En ik denk dat daarmee onze EK-vibe ook langzaam terugkomt."[3]
  2. ritme, trilling
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. vibe op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Beursgang Deliveroo 'een flop', komt er meer ethiek op de beurs?” (31-03-2021), NOS
  3.   Weblink bron
    Eline de Zeeuw
    “Denemarken moet door: 'Als Eriksen zijn ploeg kan toejuichen, kunnen wij dat ook'” (17 JUNI 2021), NOS