Nederlands

 
Brood, granen, chiazaad en noten zijn vezelrijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·zel·rijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vezelrijk vezelrijker vezelrijkst
verbogen vezelrijke vezelrijkere vezelrijkste
partitief vezelrijks vezelrijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

vezelrijk

  1. een product dat rijk is aan voedingsvezels
    • Als richtlijn voor een vezelrijke voeding geldt voor volwassenen zo’n 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag. Het gaat daarbij om vezels die van nature in de voeding aanwezig zijn. [1] 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen