Nederlands

 
vetput
Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·put
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vetput vetputten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vetputm

  1. put waarin vet kan worden gescheiden en opgeslagen zodat het niet samen met het afvalwater in de riolering verdwijnt
    • De ploeg kijkt naar sfeer, zegt De Groodt. Naar veranderingen die op camera overkomen. Het kluswerk dat gedaan wordt, is volgens De Groodt niet erg duurzaam en bovendien ondoordacht. Zijn gordijnen waren niet geïmpregneerd. Die keurde de brandweer kort na de uitzending af. Twee palmbomen, à 300 euro, stonden mooi, maar binnen, en waren door gebrek aan daglicht al na vijf weken dood. En het idee om naast hotel ook restaurant te worden, was leuk, maar dat betekende wel allerlei extra vergunningen en verplichtingen ontdekte De Groodt na de opnames. De tuin die in het programma is aangelegd, moest erna meteen weer open. „Er moest een vetput worden aangelegd.” [2] 
    • In 2003 leent de gemeente 2,5 miljoen gulden aan de club, idem. In 2005 belandt een extra vetput in de huursom. In 2006 een lichtinstallatie van bijna twee ton. In 2007 veiligheidsmaatregelen ter waarde van 85.000 euro. Telkens als de gemeente geld stopt in het stadion, gaat de boekwaarde ervan omhoog. En daarmee groeit het risico voor de gemeente op verliezen bij een faillissement van de club. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen