• ves·ti·bu·lair
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vestibulair vestibulairder vestibulairst
verbogen vestibulaire vestibulairdere vestibulairste
partitief vestibulairs vestibulairders -

vestibulair

  1. (biologie) van, betrekking hebbend op het vestibulum (de toegangsruimte tot o.a. het inwendig oor)
77 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]