[1] verzuring als vorm van milieuverontreiniging
  • ver·zu·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord verzuring verzuringen
verkleinwoord

de verzuringv

  1. van iets dat het zuurder wordt met name als vorm van milieu verontreiniging
    • Langetermijnindicatoren geven aan dat de ontwikkelingen, zoals toenemende kooldioxideconcentraties, zeespiegelstijging en verzuring van de oceanen, zeer zorgelijk blijven. Het ijsoppervlak in het noordpoolgebied blijft onder het gemiddelde en ook de hoeveelheid zee-ijs in het gebied rond de Zuidpool stevent af op een laagterecord.[2] 
  2. zuur worden van melk bij bederf
  3. zuurder worden van spieren door melkzuur na zware inspanning
    • Het pak is getest en goedgekeurd om internationale wedstrijden mee te schaatsen. „Voor de Winterspelen krijgen we deze week de nieuwe pakken binnen. Wat het voordeel is? Je kunt dat bij shorttrack niet in tijd uitdrukken, maar omdat het pak minder weerstand biedt, treedt de verzuring minder snel op. Het is een miniem verschil, maar het draait vaak om details.”[3] 
  4. in een chagrijnige stemming raken
    • Daarnaast gaat Raymann volgend jaar weer met zijn eigen programma toeren en doet hij steeds meer klussen als motivational speaker. „Er heeft veel verzuring plaatsgevonden in Nederland en dat is doorgeslopen in veel bedrijven, terwijl Nederlanders van nature geen zure mensen zijn. De geluksbeleving van te veel mensen lijkt kapot te zijn. En ik weet die boodschap met een flinke dosis humor over te brengen; hopelijk blijft het dan wat langer hangen.”[4] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 18 jan. 2018
  3. de Telegraaf 16 jan. 2018
  4. de Telegraaf 27 sep. 2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be