verzoeningsgezind


  • ver·zoe·nings·ge·zind
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verzoeningsgezind verzoeningsgezinder verzoeningsgezindst
verbogen verzoeningsgezinde verzoeningsgezindere verzoeningsgezindste
partitief verzoeningsgezinds verzoeningsgezinders -

verzoeningsgezind [1]

  1. geneigd om een ruzie bij te leggen
     Sorensen noemde ooit zijn brieven aan Sovjet-leider Chroestsjov in de Cuba-crisis als zijn belangrijkste bijdrage aan de geschiedenis. Chroestsjov had conflicterende boodschappen gestuurd over een oplossing voor het conflict. Het kabinet-Kennedy besloot de meer aanvallende toon gewoon te negeren en alleen te antwoorden op de brief die meer verzoeningsgezind was.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “JFK-rechterhand Sorensen overleden” (Maandag 1 november 2010, 07:25), NOS