verzekeringsconcern
- ver·ze·ke·rings·con·cern
- samenstelling van verzekering zn en concern zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verzekeringsconcern | verzekeringsconcerns |
verkleinwoord |
het verzekeringsconcern o
- (economie) groot bedrijf dat verzekeringen verkoopt
- ▸ Het bank- en verzekeringsconcern ING heeft in het tweede kwartaal een nettowinst van gemaakt van 1,5 miljard euro, 24 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar.[1]
- ▸ Het grootste verzekeringsconcern van Nederland, Eureko, heeft in het eerste halfjaar veel minder winst geboekt dan in dezelfde periode in 2010.[2]
- ▸ Het verzekeringsconcern zal daarvan het grootste deel gebruiken om zijn schuld aan de staat af te lossen.[3]
- Het woord verzekeringsconcern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “ING ziet winst met kwart stijgen” (Donderdag 4 augustus 2011, 08:18), NOS
- ↑ Weblink bron “Winst daalt, verzekeraar Eureko toch tevreden” (Dinsdag 30 augustus 2011, 10:06), NOS
- ↑ Weblink bron “Aegon lost met verkoop staatsschuld af” (Dinsdag 26 april 2011, 10:46), NOS