vervolg
- ver·volg
- zn: van Middelnederlands vervolch; naamwoord van handeling van vervolgen ww (zonder -en) [1]
- ww: vervolgen ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervolg | vervolgen |
verkleinwoord | vervolgje | vervolgjes |
het vervolg o
- wat volgt op een eerder iets, voortzetting
- vervolgblad, vervolgcursus, vervolgoefening, vervolgonderwijs, vervolgonderzoek, vervolgopleiding, vervolgschade, vervolgserie, vervolguitkering, vervolgverhaal
vervoeging van |
---|
vervolgen |
vervolg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolgen
- Ik vervolg.
- gebiedende wijs van vervolgen
- Vervolg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolgen
- Vervolg je?
- Het woord vervolg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervolg" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be