vervatten
- ver·vat·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervatten |
vervatte |
vervat |
zwak -t | volledig |
vervatten [1]
vervoeging van |
---|
vervatten |
vervatten
- meervoud verleden tijd van vervatten
- Wij vervatten.
- Jullie vervatten.
- Zij vervatten.
- Wij vervatten.
- Het woord vervatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervatten" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be