vertebraal
- Geluid: vertebraal (hulp, bestand)
- IPA: /ˌvɛrtəˈbraɫ/
- ver·te·braal
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘tot de wervels behorend’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
- afgeleid van het Latijnse vertebra (wervel, gewricht) met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | vertebraal |
verbogen | vertebrale |
partitief | vertebraals |
vertebraal
- (medisch) met betrekking tot de wervels
- Een [...] vrouw met progressieve rugklachten ten gevolge van een agressief vertebraal hemangioom onderging embolisatie [..]. [3]
- Het woord vertebraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertebraal" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "vertebraal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vertebraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Ned Tijdschr Geneeskd... 2008;152:1686-93
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be