verstrikken
- Geluid: verstrikken (hulp, bestand)
- ver·strik·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstrikken |
verstrikte |
verstrikt |
zwak -t | volledig |
verstrikken [1]
- overgankelijk in een strik vangen
- overgankelijk (figuurlijk) verwarren, verwikkelen
- De bodem van de tunnel was een groot veld met wieren waarin zijn voeten verstrikt dreigden te raken. [2]
- Het woord verstrikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstrikken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 100
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be