verwikkelen
- Geluid: verwikkelen (hulp, bestand)
- ver·wik·ke·len
verwikkelen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwikkelen |
verwikkelde |
verwikkeld |
zwak -d | volledig |
- op een verwarrende, vervelende wijze bij een zaak betrokken zijn
- Oxfam Groot-Brittannië heeft maandag het volledige interne rapport gepubliceerd over (seksueel) wangedrag na de aardbeving in Haïti in 2010. De Britse hulporganisatie is verwikkeld geraakt in een seksschandaal en wil met de publicatie openheid geven.[3]
- Lisa Marie is verwikkeld in een scheiding met haar ex Michael Lockwood. Uit de scheidingspapieren blijkt dat zij een belastingschuld heeft van ruim tien miljoen dollar over de jaren 2012 tot en met 2015. Daarnaast heeft ze een oplopende hypotheeklast voor een huis dat ze bezit in Groot-Brittannië, dat ze probeert te verkopen omdat ze de hypotheek niet kan betalen.[4]
- Het woord verwikkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwikkelen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ verwikkelen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 19 feb. 2018
- ↑ de Telegraaf 17 feb. 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be